Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [40]Een ieder mens is onvernuftig geworden, [41]zodat hij geen wetenschap heeft, een ieder goudsmid is beschaamd van het [42]gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is [43]leugen; en er is geen [44]geest in [45]hen. 40. Versta, alle kunstige werkmeesters der afgodische beelden zij zo dom en onvernuftig geworden als beesten. 41. Of, van, door, of, in, vanwege [hunne] kunst van beelden te maken, waarin zij een groten roem meenden te behalen; vergelijk Rom.1:22. 42. Of, gegraven. 43. Of, valsheid; het is enkel bedrog. 44. Dat is, adem, geblaas; zie Job 9:18. 45. De gesneden en gegoten beelden.